Irene belandde een jaar in de ziektewet, van haar re-integratie leerden zij en haar baas één belangrijke les

“In maart 2015 voelde ik een verdikking in mijn borst. Mijn huisarts wist niet zo goed of het iets was, maar toen ik in het ziekenhuis kwam voor een mammografie zag ik door de blik van de verpleegkundige al dat het foute boel was. Binnen drie kwartier stond ineens mijn hele leven op zijn kop", vertelt Irene, die bij Kwintes begeleiding biedt aan mensen met een beperking in het autisme-spectrum. Ze vertelt samen met haar werkgever Mike over haar verzuimperiode. Van haar terugkeerproces hebben ze allebei een wijze les geleerd.

"Ik wist al heel snel dat ik een second opinion wilde. Het was belangrijk voor me dat ik een stuk regie kon pakken, dat gaf me een gevoel van controle. Uit die second opinion kwam een heel ander kankerkenmerk. Er bleken twee verschillende, grote, agressieve tumoren in een borst te zitten. Ik moest geopereerd worden en meteen beginnen met een agressieve wekelijkse chemokuur. Dat duurde uiteindelijk een half jaar - met twee tussenpauzes. Dat heeft me ongelofelijk verzwakt, toen werd ik echt een patiënt.

Mijn collega’s op werk heb ik direct na de diagnose op de hoogte gesteld. Mijn toenmalige leidinggevende was net haar man verloren aan kanker. De belangrijkste boodschap die zij me meegaf was dat ik echt ruim de tijd moest nemen voor mijn herstel. Dat was precies wat ik wilde horen." Lees verder na de video.


Bekijk ook het verhaal van Ron en zijn werkgever Bob


Tijdens mijn uitval had ik een nieuwe leidinggevende gekregen, Mike. Hij is een aantal keer bij me langsgekomen voordat ik weer aan het werk ging om te overleggen over de opbouw. Dat was erg ontspannen, het contact was heel laagdrempelig. Ik wilde open zijn naar collega’s toe. Ze hoefden niet geheimzinnig te doen, want dit is hoe het leven kan gaan.”

De drempel over

“Na precies een jaar weg te zijn geweest begon ik met opbouwen: twee keer per week een uurtje, langzaamaan beginnen met koffiemomentjes. Daarna ben ik een tijd blijven steken op negen uur per week, verder kwam ik niet. Op de dag dat ik weer achter mijn computer ging zitten had ik 1400 mails. Ik had door de vermoeidheid ernstige concentratieproblemen, en het suisde in mijn hoofd toen ik alle gesprekken om me heen hoorde. Ik besefte dat het zo nog niet ging lukken en dat ik een kickstart nodig had die me over de drempel zou helpen.

Ik kwam uit bij een re-integratiespecialist die zich specialiseert in de terugkeer naar werk na kanker. Mike vond het een goed idee en steunde me in de beslissing om met dit bedrijf in zee te gaan. Ik schrok wel toen ik de prijzen zag. Mijn ziekte kostte al zoveel geld, en dan moest dit er nog bijkomen. Gelukkig was er erg veel ruimte en begrip – en budget beschikbaar vanuit mijn werkgever.

'Mijn ziekte kostte al zoveel geld, en dan moest dit er nog bijkomen'

De consulent keek naar wat ik nodig had om zo goed mogelijk te functioneren. Ik had door de vermoeidheid grote moeite om vroeg op te staan. Mijn consulent stelde voor later te beginnen en het werk te verspreiden over drie dagen in plaats van twee. Ik mocht thuis werken en mijn agenda zelf indelen, daar een beetje mee experimenteren. Zo kon ik uiteindelijk terug naar de 22 uur die ik werkte voor mijn ziekte.  

Achteraf gezien was het fijn geweest als Mike of de bedrijfsarts met opties voor re-integratie waren gekomen, zodat je een beeld krijgt van wat de mogelijkheden zijn. Ik heb uiteindelijk zelf de regie genomen. Ik heb veel aan mijn ondersteuning gehad, en dat gun ik anderen ook. Het was best lastig dat ik een nieuwe leidinggevende kreeg tijdens mijn herstelproces. Het was fijn geweest om iets persoonlijker contact te hebben, maar ik neem het hem niet kwalijk – ik weet hoeveel mensen hij onder zich heeft en hoe druk hij het heeft.”

Een les in loslaten

“Ik was altijd geneigd om in mijn hoofd tien stappen vooruit te lopen. Mijn lijf heeft laten weten dat mijn oude werkwijze niet meer vol te houden was. Dit hele proces is een grote les geweest in loslaten. Nu is het de taak om mijn verwachtingspatroon bij te stellen. Goed is goed genoeg. Ik heb last van klachten die voor anderen onzichtbaar zijn en de gevolgen daarvan moet ik zien te verwerken in mijn leven. Dat gaat om dingen zoals niet om acht uur ’s ochtends afspreken, want dan zit ik er als een druif bij. Voor mij is dat normaal, maar nieuwe collega’s weten dat bijvoorbeeld niet.

Er lijkt misschien weinig veranderd te zijn, maar voor mij is alles anders. Dat is moeilijk te omschrijven. Je voelt dat je in een jaar tijd een enorme reis hebt afgelegd. Alsof je op de maan bent geweest en 32 jaar later terugkomt. Door die kloof voelde ik ook een sterke drang om mijn verhaal te delen. Ik had een boodschap: maak je alsjeblieft niet zo druk om de kleine dingen in het leven. De dingen die je wil doen moet je vandaag doen en niet morgen, want het kan zomaar anders lopen. Dat is niet alleen mijn verhaal, maar dat van velen.”

Mike: 'Ik wilde Irene vooral in bescherming nemen toen ze nerveus was om weer te beginnen'

Mike

“Ik ben leidinggevende van Kwintes, een GGZ-zorgorganisatie, en stuur negen teams aan met in totaal 100 werknemers. Ik heb daardoor al vaker werknemers begeleid in hun re-integratie na kanker, maar het proces is echt voor iedereen anders. Het is extreem belangrijk om goed naar je werknemers te luisteren.

In het geval van Irene was ik er nog niet toen ze te horen kreeg dat ze ziek was. Ik weet wel dat collega’s haar hebben gesteund en regelmatig contact hielden. De schok is voor hen ook groot. Je moet kijken waar het team behoefte aan heeft en dan ook bij elkaar komen. Niet eens per se om iets te bespreken, gewoon puur om het samenzijn.

Haar ziekte dwong Irene om te relativeren. Je wordt teruggeworpen op het feit dat het leven morgen voorbij kan zijn. Ik ben ingestroomd toen ze tegen het einde van haar chemokuur zat en na begon te denken over haar terugkeer. We zijn toen heel rustig gaan kijken hoe ze zo goed en comfortabel mogelijk terug kon komen. Ik wilde Irene vooral in bescherming nemen toen ze nerveus was om weer te beginnen, bijvoorbeeld door te zorgen dat niet iedereen zich op haar stortte met vragen als ‘oh wat heftig, hoe gaat het nu?’.

'In de praktijk bleek het echter met ups en downs te gaan'

Bij het terugkeerproces was de bedrijfsarts de hele periode in beeld. Irene en ik hebben toen initieel samen een schema gemaakt, dat hij vervolgens goedkeurde. In de praktijk bleek het echter met ups en downs te gaan. Irene heeft een enorme drive, dus het was voor haar lastig dat sommige dingen niet meteen lukten. Ze was bang dat ze nooit meer de oude zou worden. Irene is toen heel proactief naar oplossingen gaan zoeken en zo kwam ze bij deze re-integratiespecialist uit. Dat heeft enorm geholpen bij het doorbreken van de impasse, daar waren we allemaal erg blij mee.

Aan de andere kant drong het toen door dat we zulke mogelijkheden zelf op de menukaart hadden moeten hebben. Ik wist niet dat er organisaties zijn die zich richten op re-integratie na kanker en dat had ik wel moeten weten.”

Een wijze les

“Momenteel is er een tweede werknemer terug van ziekteverzuim en die heeft ook een bureau in de arm genomen. Wat dat betreft heb ik mazzel dat ik voor een groot bedrijf werk en budget heb voor zulke ondersteuning. Ik vind dat je er als werkgever alles aan moet doen om een werknemer na ziekte te ondersteunen. Bij Irene had dit beter gekund, maar omdat zij zelf gelukkig initiatief toonde is het uiteindelijk een wijze les geweest.”

Dit artikel is onderdeel van De maand van Vitaal Werken: een serie in samenwerking met Nationale-Nederlanden over burn-out en andere vormen van verzuim op de werkvloer. Langdurig ziekteverzuim raakt zowel werknemer als werkgever, en vereist persoonlijke begeleiding aan beide kanten.